Honderden ouders, hardwerkende Nederlanders zijn jarenlang stelselmatig genaaid door de belastingdienst. Simpeler kan ik de situatie eigenlijk niet omschrijven. Door beleid dat rechtstreeks tegen wet én Grondwet ingaat werden talloze ouders op grond van hun naam (!), afkomst (!) of tweede nationaliteit (!) gebrandmerkt als fraudeurs. Tienduizenden euro’s werden in één keer terug gevorderd. De belastingdienst zette alles op alles en schuwde geen enkele mogelijkheid om ervoor te zorgen dat iedere cent uit deze mensen werd geknepen. In de rechtszaken die volgden werd door middel van leugens en bedrog, waaronder het achterhouden van belangrijke stukken, geprobeerd om de jurisprudentie aan de ‘juiste’ kant te krijgen. Deze bizarre heksenjacht heeft de ouders hun banen, hun huwelijken en in een geval zelfs het leven gekost.
In dit hele drama zijn er twee lichtpunten: Pieter Omtzigt en Renske Leijten. Twee Kamerleden die zich met hart en ziel inzetten om het onderste document boven te krijgen. Kamerleden die hun taak uitvoeren, de taak waarvoor zij door ons in de Tweede Kamer zijn verkozen. Het controleren van de regering. Hun inzet, en vooral de inzet van Omtzigt als CDA Kamerlid, voor deze zaak valt op terwijl dat niet zou moeten. Het is de taak van ons parlement, van álle 150 Kamerleden, om de regering te controleren. In het systeem zoals wij het kennen in Nederland gebeurt dat eigenlijk amper. Er is sprake van partijpolitiek en die partijpolitiek heeft tot gevolg dat coalitiepartijen hun bewindslieden niet één, maar meerdere handen boven het hoofd houden. Het valt op dat deze partijen hun taak in de Kamer verzaken en dat is ernstig. Het valt op dat Kamerleden van coalitiepartijen in debatten de bewindslieden niet het vuur aan de schenen leggen, maar wél hard ingaan tegen oppositieleden die wel kritiek leveren. Omtzigt is hierin de grote uitzondering, maar tegelijkertijd lijkt het er niet op dat hij zijn partij al deze tijd achter zich had staan.
Coalitiepartijen
Het is natuurlijk niet gek dat men een regeerakkoord sluit en dat coalitiepartijen samenklieken. Zonder dat te doen zou regeren praktisch onmogelijk worden. Het is ondoenlijk om bij ieder kabinetsplan een nieuwe meerderheid in de Kamer te moeten zoeken. Maar dit is wat mij betreft geen excuus voor een Tweede Kamer die zijn taak niet uitvoert. Waar moeten wij als bevolking op vertrouwen als dé instantie die namens ons dient te controleren niet controleert?
Er zal binnen de coalitiepartijen vast achter de schermen gesproken worden over de ellende die gaande is bij de belastingdienst, maar daar hebben wij geen zicht op. We weten niet welke vragen er zijn gesteld, wie er vloekend antwoorden heeft geëist en wie er met de vuist op tafel heeft geslagen. Hoe kunnen wij dan ons oordeel baseren op gedrag dat we niet zien? Ik wil een Tweede Kamer zien die boven op de regering zit. Ik wil Kamerleden zien die geen kans voorbij laten gaan om vragen te stellen, om kritisch te zijn, om het onderste document boven te krijgen. Ik wil Kamerleden zien die antwoorden eisen op de vraag hoe het in Godsnaam kan dat er door ónze overheid zo veel ouders etnisch zijn geprofileerd. Ik wil Kamerleden zien die tot op het bot uitzoeken hoe het kan dat de belastingdienst jarenlang beleid heeft gevoerd dat keihard in strijd is met artikel 1 van de Grondwet. Dat is de Tweede Kamer die ik wil zien, dat is de Tweede Kamer die wij nodig hebben.
Aftreden
Inmiddels is staatssecretaris Snel afgetreden. Voorafgaand aan het debat met de Kamer ‘hield hij de eer aan zichzelf’ en trad af. Het was immers al wel duidelijk dat het tijdens het debat tot een motie van wantrouwen zou komen. En dus koos hij eieren voor zijn geld en nam de politieke verantwoordelijkheid zoals dat heet. Maar wat hebben de zwaar gedupeerde ouders aan dit aftreden? De problemen bij de belastingdienst zijn niet begonnen met het aantreden van Menno Snel. Noch zijn ze opgelost door zijn aftreden. Het probleem met de belastingdienst is groot, groter dan deze (grote) groep ouders. Het probleem van de belastingdienst zit niet bij de bewindspersoon, het probleem zit bij de ambtelijke top die dit beleid heeft gemaakt en die ieder weerwoord vanuit de organisatie keihard de grond in trapt. Het probleem zit bij de politiek die koste wat kost koppen wil zien rollen voor fraude. Fraude van burgers die net een euro teveel hebben verdiend. Burgers die een keer hun loonstrookje niet hebben gecontroleerd krijgen direct fraudejagers op hun dak. In tegenstelling tot bepaalde VVD’ers. Daar zit het probleem en niet bij de bewindspersoon die iedere paar jaar wisselt. Want terwijl de bewindspersoon kan worden weggestuurd door de Kamer, blijven de ambtenaren rustig zitten. Zij blijven hun werk uitvoeren zoals ze dat altijd hebben gedaan en het beleid blijft bestaan. Hier is veel meer nodig dan het simpel verwisselen van de bewindspersoon. Hier is intensief ingrijpen nodig, een grondige verandering van de cultuur binnen deze instantie en niet te vergeten: een complete renovatie van het toeslagenstelsel.
Het is afwachten hoe lang de ouders en de rest van Nederland moeten wachten op een oplossing en op daadwerkelijke antwoorden. Er is in ieder geval één ding zeker: als er nu niet wordt ingegrepen en de hele boel niet op zijn kop gaat, dan hebben we over een paar jaar weer een nieuwe groep onschuldige burgers die is gebroken door de crimefighter-gedachte van onze huidige politieke sfeer.
Ik hoop dat de Kamerleden die zich tot nu toe stil hebben gehouden de ernst inzien van de situatie. Ik hoop dat ze hun taak serieus gaan nemen en er alles aan gaan doen om de om de waarheid boven tafel te krijgen. Desnoods, of eigenlijk het liefst, door middel van een parlementaire enquête.
We gaan het zien de komende weken en laten we hopen dat de overheid het niet voor elkaar krijgt om ook ons laatste beetje vertrouwen te breken.